Organisatie

De organisatie van het onderwijs

Om de eerder genoemde uitgangspunten zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen, werken wij met een vijftal bijpassende organisatievormen welke de bouwstenen vormen van het onderwijs op Camelot:

Factoren die de betrokkenheid verhogen   Organisatievormen
Goede sfeer  Kring en Breek van de Week
Werken op eigen niveau  Contractwerk
Werkelijkheidsnabij Projectwerk 
Activiteit Ateliers
Leerlingen initiatief  Vrije keuze activiteit

De genoemde bouwstenen worden hierna verder toegelicht.

De kring

De kring is een steeds terugkerende activiteit binnen elke groep. De kring wordt voor meerdere doeleinden gebruikt: ervaringen uitwisselen, plannen van de dag, evalueren, presenteren van een project, bespreken van een boek of actualiteit, het geven van instructies door de leerkracht en het doen van spelletjes. In alle groepen is een hoek ingericht, die dienst doet als kring. De kring is bij uitstek de plaats om sfeer en relatie te bevorderen.
 
Iedere maand wordt de Breek van de Week georganiseerd. Groepen van de onder-, midden- en bovenbouw komen dan samen in de speelzaal om aan elkaar te vertellen en te laten zien wat ze in de afgelopen periode allemaal hebben meegemaakt en hebben geleerd. Ouders zijn van harte welkom om bij deze viering aanwezig te zijn.

Contractwerk

Contractwerk is een organisatievorm waarin de kinderen, binnen de groep, werken aan hun eigen dag· of weektaken. De kinderen hebben een contractbrief/planbord waarop opdrachten staan genoemd. De opdrachten hebben betrekking op de vakgebieden rekenen, taal, lezen, schrijven en informatieverwerking.

Ook opdrachten rondom de vakken als aardrijkskunde, geschiedenis, biologie/natuurkunde of creativiteit zijn hierin opgenomen. Tijdens de contractwerktijd werken de kinderen zelfstandig (in hoeken) aan hun taken. Tijdens instructie en verwerking wordt rekening gehouden met de individuele verschillen tussen kinderen.

De instructie en begeleiding vindt individueel dan wel in groepjes plaats. Observatiegegevens, vorderingen e.d. worden opgetekend in de klassenmap en in het LVS.

 

Projectwerk

Leren wordt interessanter wanneer onderwerpen betekenisvol zijn en de kinderen er zich een voorstelling van kunnen maken. Dit doen we door onderwerpen te bespreken, die aansluiten bij de belangstelling van de kinderen en door het gebruik van levensechte materialen, excursies, dvd’s, digibord enz.
Een kind of een groepje kinderen gaat aan de hand van allerlei vragen op zoek naar informatiebronnen binnen en buiten de school. De verzamelde informatie bestaat vaak uit opgevraagd materiaal van instellingen, uit interviews en excursies. De verkregen informatie wordt gerubriceerd en geselecteerd.

Er wordt gekozen voor presentatievorm is een zelfgemaakt verslag in de vorm van een boekje. Maar ook vormen als een (muur)krant, een tentoonstelling of PowerPoint presentatie worden gekozen. Met een presentatie aan de groep wordt het project afgerond.
Projectwerk is niet vakgebonden. Onderdelen uit verschillende vakgebieden komen in samenhang met elkaar aan de orde. De achterliggende gedachte is dat de wereld ook niet is opgesplitst in vakken, maar een logisch verband heeft. Een aantal uren per week mogen de kinderen werken aan hun project. Naast het projectwerk is er ook een thematisch aanbod rond de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie/ natuurkunde, levensbeschouwing, verkeer etc. Het thematisch aanbod bestaat uit onderwerpen waarin kennis en vaardigheden worden getraind.

 

Ateliers

In de ateliers vinden activiteiten plaats die een bijzondere begeleiding, bijzondere materialen of bijzondere ruimte nodig hebben. Bij deze activiteiten ligt de klemtoon op het doen, het handelen, het actief bezig zijn. Vanaf groep 2 zijn de leerlingen in verschillende werkhoeken actief bezig met expressie activiteiten, zoals muziek, allerlei vormen van beeldende vorming (tekenen, schilderen, boetseren), allerlei vormen van handvaardigheid (textiel, knutselen, houtbewerking), drama, fotografie, video-opname, sport, denksport, techniek, koken, informatica, ontdekdozen, enz.
Het aanbod is afhankelijk van het aantal begeleiders dat we in kunnen zetten. We proberen ervaringen, beroepen, hobby’s, interesses en connecties van leerkrachten en ouders ten volle te benutten. Zonder de enthousiaste hulp van ouders zou deze activiteit niet mogelijk zijn.
Kinderen uit verschillende groepen werken tijdens de ateliers samen. Elk kind kiest uit het aanbod een atelier waaraan 2 keer (bovenbouw) of 3 keer (onderbouw) wordt gewerkt. Het voornaamste kenmerk van ateliers is dat de kinderen worden uitgedaagd tot activiteit.

 

Vrije keuze

Eén moment in de week is er een keuzemoment waarop kinderen zelf activiteiten ontplooien welke ze vooraf met de leerkracht hebben gepland. Activiteiten kunnen een vervolg zijn op het weekprogramma uit bijvoorbeeld contractwerk, projectwerk of atelier.
Natuurlijk kunnen de kinderen eveneens geheel nieuwe activiteiten inbrengen. Kinderen uit verschillende groepen ondernemen met elkaar activiteiten. Ook kunnen de kinderen tijdens vrije keuze activiteiten kiezen uit een aanbod dat op hun belangstelling en behoefte is afgestemd. De activiteiten komen tegemoet aan de natuurlijke exploratiedrang van kinderen.

Voorwaarde voor een goede invulling van het vrije keuzemoment is het stellen van doelen en de evaluatie van het behalen van deze doelen. Kinderen zijn in opbouwende mate, goed in staat zelf hun doelen te formuleren en door (zelf)reflectie te bepalen, of de doelen behaald zijn. Ook zullen de kinderen, afhankelijk van de activiteit, gevraagd worden zelf hun activiteit (mede) te organiseren (denk aan hulpouders, vervoer in geval van excursie etc.)